Honden hebben een derde ooglid. Dit is het vlies wat zichtbaar is langs de neuskant van het oog. Een T-vormig stukje kraakbeen vormt als het ware het skelet van dit ooglid. De basis van dit kraakbeen is omgeven door een traanklier, de derde ooglidklier. In een normale positie is deze klier niet zichtbaar. De klier wordt door een soort bindweefsel op haar plaats gehouden onderaan de oogbol.

Bij bepaalde rassen (onder andere de cocker spaniel, boston terrier, engelse bulldog, fila brasileiro en duitse dog) zie je geregeld dat deze klier opzwelt en uitpuilt (prolaps)

Hier is een kliertje in het derde ooglid ontstoken of geïrriteerd, waardoor dit als een rood balletje naar buiten komt. Een veel voorkomend tijdstip voor dit ongemak is tijdens het wisselen van het gebit. Zand en tocht worden ook vaak als oorzaak van een Cherry Eye genoemd. Het kliertje dat ontsteekt heeft als functie het oog schoon te houden van vuil en bacteriën. Het wordt ook wel vergeleken met de amandelen van de mens, die ook deze schoonhoudt functie hebben, maar daarbij zelf vaak ontstoken raken.

De uitpuilende klier is rood, gezwollen en zichtbaar aan de vrije rand van het derde ooglid. Door de gelijkenis met een kers spreekt men van een cherry eye. Deze uitpuilende klier kan het hoornvlies irriteren en een bindvliesontsteking veroorzaken. Meestal is er wat meer slijmerige uitvloeiing aan het oog.

 

Soms verdwijnt de cherry eye vanzelf na twee tot drie weken. Is dit niet het geval dan is het onder plaatselijke verdoving soms mogelijk om de klier tijdelijk terug op zijn plaats te krijgen door met een pincet aan de vrije rand van het derde ooglid te trekken.

Een andere mogelijkheid is het weghalen van een deel of de gehele de klier. Omdat de klier ook een rol speelt bij de traanproductie wordt dit afgeraden. Het beste is deze klier volledig te sparen. Dit gebeurt door de klier chirurgisch vast te zetten tegen de binnenkant van de oogkas, aan een extraoculaire spier of aan de sclera (dit is het witte omhulsel van de oogbol). Een andere ingreep is het vasthechten van de klier onder het slijmvlies van het derde ooglid (de techniek van Morgan).

Een cherry eye kan verward worden met een eversio van het kraakbeen van het derde ooglid. In het laatste geval is de vrije rand van het derde ooglid naar buiten omgeklapt. Er is dan echter geen klier zichtbaar. De behandeling bestaat uit het chirurgisch verwijderen van het omgekrulde stukje kraakbeen doorheen een klein sneetje in het overliggende slijmvlies.

 

Er zijn 3 methoden om een Cherry Eye te verhelpen:

 

1.    Verwijdering

Hierbij wordt het gehele Cherry Eye als het ware weggeknipt. Dit is een vrij eenvoudige ingreep. Er zit echter een nadeel aan deze methode. In het kliertje zit ook de traanbuis. Bij het verwijderen van de Cherry Eye, wordt ook deze traanbuis verwijderd. Het kan zijn, dat de hond na verwijdering te weinig traanvocht produceert. Een droog oog kan het gevolg zijn. Om hierbij blindheid dit te voorkomen, kan men het oog vochtig houden door druppels. Een droog oog is echter een zeldzaamheid. Vele dierenarts praktijken verwijderen regelmatig een Cherry Eye in zijn geheel en hebben nog nooit een droog oog in de praktijk gehad.

2.    Vastzetten

Hierbij wordt het Cherry Eye als het ware teruggetrokken op de originele plaats en met een aantal hechtingen vastgezet. In het verleden bleken ze echter vaker terug te komen, waarna ze alsnog verwijderd werden. Nu schijnt er een nieuwe hechtmethode te zijn, waardoor de kans op terugkomen van het Cherry Eye veel kleiner is. De hond moet voor deze ingreep onder algehele narcose. De kosten van deze ingreep zijn dan ook aanzienlijk hoger dan het verwijderen. Ook zijn er nog dierenartsen die op de "oude" methode het Cherry Eye vastzetten.

 3.   Gedeeltelijk verwijderen

Hierbij wordt alleen het ontstoken kliertje verwijderd. De traanbuis wordt intact gelaten. Door verwijdering van het ontstoken kliertje trekt de rest van het weefsel zich vanzelf terug. Ook dit wordt weer mooi aan elkaar gehecht. Dit is echter een precisie werkje, waarbij de hond ook onder een volledige narcose moet. Daarbij dient er vrijwel direct (binnen een paar dagen) na het ontstaan van het Cherry Eye geopereerd te worden. Na enkele dagen na het ontstaan van het Cherry Eye knikt de traanbuis om, waardoor deze alsnog beschadigd wordt. Indien voor die tijd niet is ingegrepen, is de kans dat de traanbuis alsnog zijn functie niet meer uitvoert aanwezig. Indien het Cherry Eye rijpt (lichter van kleur wordt) heeft deze beschadiging meestal al plaatsgevonden. Dit risico loopt men ook, als men te laat is met het vastzetten van een Cherry Eye. Het gedeeltelijk verwijderen, sluit het terugkomen van het Cherry Eye uit. Indien tijdig wordt ingegrepen is ook de kans op een droog oog minimaal. Dit kan men dus de gulden middenweg van de bovenvermelde 2 methoden noemen. Door de algehele narcose is ook deze methode aanzienlijk duurder dan het verwijderen van het totale Cherry Eye. Maar aangezien de voordelen van het gedeeltelijk verwijderen, raden wij toch deze methode aan

 

Een andere goede site (Engelstalig) over het Cherry Eye is: http://www.eyevet.org/cherry.html. Hier worden de voors en tegens van de 1e en 2de methode besproken. Ook wordt aan de hand van tekening de operaties duidelijk geïllustreerd. Over de 3de methode (gedeeltelijke verwijdering) wordt hier helaas niet gesproken

 

 Tot slot moet nog vermeld worden dat de derde ooglidklier ook tumorale veranderingen kan ondergaan en daardoor kan vergroten en uitpuilen. Deze tumor mag men niet verwarren met een cherry eye.